Opleidingsspecifieke leerresultaten
1. De Educatieve Bachelor in het Lager Onderwijs creëert krachtige leeromgevingen. Dit betekent dat hij doelen afstemt op de beginsituatie van de lerenden en de context van de klas/school, rekening houdend met de eindtermen. Hij concretiseert inclusief onderwijs zodat elke lerende maximaal leert en ontwikkelt. Hij zoekt binnen het schoolteam ondersteuning wanneer er zorgen zijn over het ontwikkelingsverloop.
5. De Educatieve Bachelor in het Lager Onderwijs blijft de kwaliteit van zijn onderwijs ontwikkelen. Hij reflecteert systematisch en kritisch over zijn eigen functioneren, zijn klas- en schoolpraktijk , stuurt bij en definieert professionaliseringsnoden. Hij zoekt naar onderbouwde antwoorden op vragen die de praktijk oproept en kan praktijkgericht onderzoek uitvoeren. Hij wisselt nieuwe inzichten en ervaringen uit.
11. De Educatieve Bachelor in het Lager Onderwijs realiseert zijn opdracht vanuit de gepaste beroepshoudingen.
Kerndoelen
1.2 Kiest en formuleert gericht doelstellingen.
|
|
1.3 Selecteert doelgericht leerinhouden en leerervaringen.
|
|
1.4 Structureert leerinhouden en -ervaringen tot een samenhangend geheel.
|
|
1.8 Observeert en evalueert het proces en product met het oog het versterken van het leer- ontwikkelingsproces.
|
|
1.15 Realiseert kwaliteitsvolle interacties met lerenden als basis voor leren.
|
|
5.1 Reflecteert systematisch en kritisch over zijn eigen functioneren, zijn klas- en schoolpraktijk.
|
|
5.3 Integreert vernieuwende inzichten en innoveert.
|
|
11.3 Kritische ingesteldheid: durft zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit en de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen.
|
|
11.4 Leergierigheid en eigenaarschap: is nieuwsgierig, zoekt actief naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen en neemt het leren in eigen handen.
|
|
11.6 Zin voor samenwerking: engageert zich om collectief aan dezelfde taak te werken.
|
|
11.9 Creativiteitszin: denkt out-of-the-box en is erop gericht dit bij lerenden te stimuleren.
|
|
11.10 Speelsheid: zich enthousiast tonen en aansluiting vinden bij de leef- en belevingswereld van de lerende.
|
|