1.1 Achterhaalt de beginsituatie van de lerende en de leergroep.
|
|
1.5 Hanteert gepaste werkvormen en groeperingsvormen.
|
|
1.6 Kiest gepaste ontwikkelingsmaterialen en leermiddelen.
|
|
1.12 Zet leer- en ontwikkelingsprocessen op vanuit een vakoverschrijdende invalshoek.
|
|
3.3 Wendt de verworven expertise met betrekking tot leergebieden aan op een geïntegreerde manier.
|
|
4.1 Organiseert een stimulerende, werkbare en veilige leef-, speel- en leeromgeving.
|
|
5.3 Integreert vernieuwende inzichten en innoveert.
|
|
11.1 Beslissingsvermogen: durft een standpunt in te nemen of tot handeling over te gaan en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen.
|
|
11.3 Kritische ingesteldheid: durft zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit en de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen.
|
|
11.4 Leergierigheid en eigenaarschap: is nieuwsgierig, zoekt actief naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen en neemt het leren in eigen handen.
|
|
11.5 Organisatievermogen: is erop gericht de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden.
|
|